InfoMil Perspectief | maart 2014 | 7 d decentraliseren praktische aanpak er komende jaren veel ervaren medewerkers terwijl de instroom minimaal is. Ook daar moeten we komende jaren een oplossing voor vinden. Zonder die specialisten wordt het namelijk lastig om alle plannen die we maken daadwerkelijk in de praktijk te brengen.’ Verontreiniging VOCL Minerale oliën Vluchtige aromaten Zware metalen Meerdere verontreinigingen Overig Totaal Aantal 604 219 169 159 62 102 1.315 Percentage 46 17 13 12 5 7 100 Tabel A: Meest voorkomende verontreinigingen bij spoed verspreiding en ecologie Praktische aanpak Henk van den Berg, hoofd bodem bij de gemeente Utrecht blikt ook tevreden terug op de afgelopen 3 jaar. ‘Ik vind het vooral een goede zaak dat elke gemeente nu verantwoordelijk is voor zijn eigen bodembeleid. Wij kennen de lokale situatie en weten precies wat er speelt in de ondergrond. Die kennis is nodig om effectief beleid te maken.’ Vooral de manier waarop de decentralisatie verloopt, spreekt Van den Berg erg aan. ‘De Rijksoverheid gooit die taak niet bij ons over de schutting, maar geeſt samen met de lokale overheden vorm aan de transitie. En dan niet met eindeloze overleggen, maar met een hele praktische aanpak. We hebben harde afspraken gemaakt, delen succesverhalen en leerpunten en tegelijkertijd ruimen we samen onder meer juridische obstakels uit de weg. Zo leggen we in relatief korte tijd een basis voor succesvolle gebiedsgerichte aanpak in de toekomst.’ Saneren kan vaak niet ‘Ik deel het enthousiasme van Henk’, zegt De Kruif. ‘Wat mij betreſt is het Bodemconvenant een toonbeeld van goede samenwerking. Een ieder heeſt natuurlijk zijn ‘We hebben nog 2 jaar om vervolgafspraken met elkaar te maken’ Gerd de Kruif, directeur Bodemconvenant eigen rol, belangen en verantwoordelijkheid. Ik vind het belangrijk dat we dit erkennen, maar toch openlijk een inhoudelijke discussie voeren en samen proberen verder te komen, zonder te veel gepolder. Als uitvoeringsprogramma proberen we daaraan invulling te geven. We hebben aandacht voor elkaars situatie en pakken samen problemen doelmatig aan. Je kunt het een Rijnlandse aanpak noemen.’ De Kruif denkt dat de methode ook op andere beleidsterreinen zijn waarde kan bewijzen. ‘Ik beweer niet dat onze aanpak overal effectief is, maar ik ben er zeker een voorstander van om het te proberen. Voor het Bodemconvenant is het tot nu toe in elk geval succesvol, de tussentijdse evaluatie is daarvan het bewijs.’ Van den Berg benadrukt wel dat het convenant uiteindelijk geen einde maakt aan bodemvervuiling. ‘In Nederland zijn er ruim 200.000 vervuilingen die in de loop van honderden jaren zijn ontstaan. Het is natuurlijk een illusie dat we daar binnen 30 jaar mee kunnen afrekenen. Saneren kan vaak niet eens, omdat het te kostbaar is of omdat er huizen op staan. Daarom is het goed dat we de locaties nu in kaart hebben, zodat we de veiligheidsrisico’s met slimme maatregelen terugdringen.’ Pagina 6

Pagina 8

Voor edities, online drukwerk en vakbladen zie het Online Touch CMS beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw weekbladen.

InfoMil Perspectief 11 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication