6 | InfoMil Perspectief | juni 2015 Ontvlambaar heid gevaarlijke stoffen en mengsels terugdringen om niet onder het Brzo te vallen. Welke bedrijven dat zijn, is moeilijk te zeggen. Zij maken daarin zelf hun keuzes.’ Bedrijven in Rijnmond geïnventariseerd DCMR Milieudienst Rijnmond wilde alvast weten wat de gevolgen Oxiderend Gassen onder druk Corrosief zijn van de invoering van de Seveso III richtlijn en de CLP-indeling en etikettering. De dienst inventariseerde daarom alle bedrijven die momenteel Brzo-plichtig zijn. Ook alle PGS15 bedrijven – de bedrijven die niet onder het Brzo vallen, maar wel gevaarlijke stoffen hebben opgeslagen – werden in het onderzoek meegenomen. In totaal inventariseerde de milieudienst zo’n 138 bedrijven. Om de aard en de hoeveelheid van de opgeslagen stoffen te bepalen, werd gekeken naar vergunningaanvragen, vergunningen, kennisgevingen en stoffenlijsten. ‘De gevolgen van de CLP-classificatie lijken mee te vallen’ zegt Yvette van Duijn, adviseur externe veiligheid van DCMR Milieudienst Rijnmond. ‘Op basis van de huidige gegevens zal er voor de VR- en PBZO-bedrijven in onze regio waarschijnlijk geen ander kader gaan gelden. Van de 25 onderzochte PGS15 bedrijven zullen er 3 door de nieuwe classificatie mogelijk onder het Brzo vallen.’ Giſtig Van Duijn merkt dat het bedrijfsleven in de regio Rijnmond al wel met de komst van een nieuw Brzo bezig is. ‘De bedrijven die nu al Brzo-plichtig zijn, hebben aardig in de gaten wat de nieuwe richtlijn inhoudt en zijn vaak ook actief met de CLP-indeling en etikettering bezig. De PGS15 bedrijven hebben via hun branchevereniging van de nieuwe richtlijn gehoord, maar zijn meer afwachtend hoe wij als milieudienst ermee om zullen gaan.’ Tussen de oren Volgens Van Duijn is het belangrijk dat haar milieudienst alert is op de Explosief bedrijven die straks voor het eerst onder het Brzo vallen. Een kwestie van opletten in de praktijk. ‘Als een inspecteur een bedrijf tegenkomt met gevaarlijke stoffen, moet er gekeken worden naar de CLP-indeling en moet de hoeveelheid gevaarlijke stoffen getoetst worden aan het Brzo. Alle risicovolle bedrijven worden in het kader van het Activiteitenbesluit of 0mgevingsvergunning milieu regelmatig bezocht. Dus vroeg of laat komen wij ze tegen.’ Gevaarlijk voor het aquatisch milieu Irriterend, sensibiliserend, schadelijk Lange termijn gezondheidsgevaarlijk Ook Van Berkel vindt dat inspecteurs alert moeten zijn op de nieuwkomers die onder het Brzo vallen. Maar ze benadrukt dat de bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid hebben om aan de voor hen geldende wet- en regelgeving te voldoen. Zij moeten zelf uitzoeken of het Brzo op hen van toepassing is. Het Bureau BRZO+ gaat in het najaar de 6 Brzo-regio’s bezoeken waarin de omgevingsdiensten die gespecialiseerd zijn in de handhaving rond Brzo-bedrijven samenwerken met de Inspectie SZW, de Veiligheidsregio’s en de waterbeheerders. Van Berkel: ‘Dat is een mooi moment om hen informatie te geven over het nieuwe Brzo en de relatie met de CLP-verordening.’ Pagina 5

Pagina 7

Voor boeken, online onderwijsmagazines en spaarprogramma zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw archief.

InfoMil Perspectief 16 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication