InfoMil Perspectief | maart 2014 | 11 Activiteiten besluit’ stelden voor het lozen van gezuiverd reinigingswater op de bodem toe te staan; dat stond niet expliciet in de regelgeving over agrarische lozingen. Na tussenkomst van Kenniscentrum InfoMil is dit punt in het reparatiebesluit aangepast. • Opslag pluimveemest Bezoekers aan de Schakeldag stelden ook een vraag over pluimveemest. In de Activiteitenregeling is opge nomen en uitvoering 8.000 vragen per jaar dat er soepelere regels komen voor het opslaan van vaste mest korter dan zes maanden. Maar geldt dit ook voor de opslag van een specifiek soort mest als pluimveemest? Anders zouden er ten opzichte van andere mestsoorten wel heel strenge eisen gelden voor pluimveemest. De regeling was op dit punt onduidelijk. Na overleg met het ministerie is expliciet omschreven dat de soepelere regels ook opgaan voor pluimveemest. Schotvanger heeſt het tijdens dit gesprek veel over ‘signalen opvangen uit de praktijk’. Maar hoe komen die signalen dan tot hem en zijn ruim honderd collega’s? ‘De bekendste en eenvoudigste manier is onze helpdesk’, vertelt hij. ‘Hier komen zo’n 8.000 vragen per jaar binnen. En die vragen zijn vaak impliciet of expliciet signalen dat er zaken in de wet- en regelgeving niet kloppen of niet praktisch zijn. De helpdesk is dus onze voornaamste bron om uit te putten voor onze schakelrol. In het verschaffen van informatie is de helpdesk niet het belangrijkste medium, dat is de website www.infomil.nl. Dat blijkt ook wel uit het KTO; de website wordt hoog gewaardeerd.’ Ondertussen is Kenniscentrum InfoMil ook veel vertegenwoordigd in overlegstructuren, waar het vaak een secretarisrol vervult. Voorbeelden daarvan zijn de Overleggroep Afvalwater, de gebruikersgroepen rond het Omgevingsloket en de netwerkgroepen die met het Activiteitenbesluit te maken hebben. ‘Als je bij die overleggen zit, hoor je wat er speelt bij onder meer gemeenten, provincies en omgevingsdiensten.’ Dicht tegen beleid aan Een heel duidelijke schakelrol vervult Kenniscentrum InfoMil samen met het RIVM bij het Bureau Monitoring NSL. Dat brengt jaarlijks (onder meer voor de Europese Commissie) de luchtkwaliteit van afgelopen jaar en de prognose voor de toekomst in beeld. Schotvanger: ‘Voor deze rapportage heeſt dit bureau gegevens nodig van alle betrokken overheden. Aan de andere kant kunnen gemeenten en provincies ook bij dit bureau terecht voor vragen over de monitoringstool, bijvoorbeeld over berekening van de effecten van ruimtelijke ontwikkelingen en maatregelen op de luchtkwaliteit. Het jaarlijks actualiseren Jacco Schotvanger, hoofd Kenniscentrum InfoMil van de gegevens was voor de kleine gemeenten een onevenredig zware last. Daarom is na overleg met de beleidsdirectie besloten dat niet alle gemeenten dit jaarlijks hoeven te doen.’ Ter afsluiting roept Schotvanger de uitvoerder op om toch vooral van Kenniscentrum InfoMil gebruik te maken als schakel. ‘Schroom niet om knelpunten in de praktijk bij ons kenbaar te maken. Wij nemen weliswaar niet de beslissing over wat er in de wet- en regelgeving wel of niet veranderd kan worden, maar wij zitten dicht ‘tegen het beleid’ aan en stellen zaken daar graag aan de orde. Dat is ook een rol die het ministerie van ons verwacht. Bij ons aankloppen is dus een goede manier om je probleem onder de aandacht te brengen en wellicht opgelost te krijgen.’ Pagina 10

Pagina 12

Voor uitgaves, online gebruiksaanwijzingen en boeken zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw brochures.

InfoMil Perspectief 11 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication