12 | InfoMil Perspectief | juni 2015 Bodeminformatie met elkaar delen BIDON & BRO Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, TNO, Alterra, gemeenten, provincies, waterschappen en andere bestuursorganen werken momenteel aan de nieuwe wet Basisregistratie Ondergrond (BRO). Hoe verhoudt het delen van bodeminformatie door de overheid en de netbeheerders (BIDON) zich tot de BRO? Met de BRO worden in de toekomst alle relevante bodemen ondergrondgegevens beheerd en beschikbaar gesteld. Zo moet één centrale basisregistratie voor de ondergrond ontstaan. De nieuwe wet maakt hergebruik van data mogelijk en voorkomt dubbel onderzoek. Belangrijk daarbij is dat bestuursorganen (vanaf 2016) verplicht zijn om bepaalde bodem- en ondergrondgegevens in de BRO te zetten. Henk van Bruchem, van Netbeheer Nederland, had graag gezien dat BIDON in de BRO was opgenomen. ‘Er is echter besloten om informatie over BIDON stopt het graven Informatie over bodemverontreiniging is in Nederland op verschillende plekken te vinden. Te fragmentarisch, vindt Netbeheer Nederland. De vereniging is daarom samen met gemeenten en provincies mede-initiatiefnemer van een voorziening waar straks bodemkwaliteitsgegevens op eenvoudige wijze kunnen worden uitgewisseld. Bodeminformatie is enorm belangrijk. Het geeſt inzicht in de bodemkwaliteit, dat nodig is om beleid te kunnen maken en essentieel als er werkzaamheden in de grond moeten worden uitgevoerd. In Nederland zijn er verschillende systemen om bodeminformatie op te vragen. Dagelijks bodemonderzoeksgegevens opvragen De informatie over bodemverontreiniging is in Nederland echter nog te fragmentarisch, zegt Henk van Bruchem, issuemanager bij Netbeheer Nederland, de vereniging van energienetbeheerders. Dagelijks graven energienetbeheerders, maar ook netbeheerders van bijvoorbeeld water, kabel en telecom, in de Nederlandse bodem. Voor de veiligheid van hun medewerkers zijn zij afhankelijk van goede informatie over bodemverontreiniging. De meest aangewezen plek hiervoor is het Bodemloket, een initiatief van gemeenten, provincies en het Rijk. Van Bruchem: ‘Daar is echter niet alle informatie over bodemverontreiniging terug te vinden. Er staat alleen dat er ergens verontreiniging is aangetroffen. De achter liggende informatie over bijvoorbeeld de gevonden stoffen en de concentraties waarin deze voorkwamen, ontbreekt. Terwijl deze informatie bepaalt welke maat regelen je moet treffen om veilige arbeidsomstandigheden te creëren.’ Netbeheerders moeten hierdoor volgens Van Bruchem dagelijks extra bodemonderzoeksgegevens opvragen bij met name gemeenten. ‘Een tijdrovende en arbeidsintensieve bezigheid. Niet alleen voor de netbeheerders, maar ook voor de overheden.’ Grote winst Daar komt bij dat nog lang niet alle resultaten van bodem onderzoek inzichtelijk zijn, aldus Van Bruchem. Voor hun graafwerk doen netbeheerders ook regelmatig zelf bodem onderzoek, bijvoorbeeld als zij niet hebben kunnen achterhalen of de bodem is verontreinigd. Van Bruchem: ‘Dan praat je over 40 procent van het bodemonderzoek in Nederland. De resultaten daarvan zijn voor eigen gebruik en staan dus niet op Bodemloket. Het zou een grote winst zijn als de onderzoeksresultaten van de netbeheerders ook inzichtelijk werden gemaakt.’ Netbeheer Nederland is daarom mede-initiatiefnemer van BIDON, een afkorting van Bodeminformatie Delen door Overheid en Netbeheerders. Het project wordt getrokken door de Regiegroep BIDON waarin vertegenwoordigers zitten van netbeheerders, Rijkswaterstaat, Bodem+, gemeenten, provincies, Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen en omgevingsdiensten. Technisch haalbaar Hun doel is te komen tot een datavoorziening voor bodemverontreiniging waarin gegevens van verschillende partijen, waaronder gemeenten en net beheerders, Pagina 11

Pagina 13

Voor nieuwsbrieven, online onderwijsmagazines en mailings zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw weekbladen.

InfoMil Perspectief 16 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication